Een goede revalidatie

Guido Bonsen
18-12-2020
Blog

Aan mij wordt gevraagd een blog te schrijven over een goede revalidatie. Ik hoor je denken, een coach van topatleten die hun revalidatie al lang achter de rug hebben; wat weet die er nou van? Dat lijkt in eerste instantie ook wat vreemd, maar is het misschien toch net wat minder als je nog een keer kijkt.

Helaas heb ik de afgelopen maanden te maken gehad met zware blessures van mijn atleten. De heftige ‘stompreconstructie’ van Fleur in zomer van 2018 en de revalidatie van de meniscus-operatie van Marlène op dit moment zijn de laatste voorbeelden van blessures die méér weg hebben gestaan van een revalidatie dan het herstel van een gewone blessure, zoals een verstuikte enkel of een spierscheur.

Daarnaast heb ik de afgelopen jaren geleerd dat trainen in zijn algemeenheid veel weg heeft van revalideren. Het gaat altijd om een goed plan, met haalbare doelen, stap voor stap te bereiken en geduld, veel geduld.

 

Heb geduld

Daarmee heb ik dan ook gelijk mijn belangrijkste tip gegeven: heb geduld. Revalideren is net als trainen een zaak van de lange adem. Ik denk dat 70% van je revalidatie wel te behalen is in de eerste maanden van je revalidatie. In het begin gaat het snel, je maakt grote stappen en je zou kunnen zeggen dat het in die eerste fase vooral gaat om genezing. Het aansterken en verbeteren van je lichaam gaat 24 uur per dag door. Je wordt beter door het herstelvermogen van je lijf. In deze fase zou je ook al veel beter worden als je gewoon de hele dag op de bank blijft zitten. Daarmee wil ik niet zeggen dat je dat ook moet doen, maar het is wel goed je te beseffen dat je niet zoveel hoeft te doen om vooruit te gaan en dat je op moet passen niet teveel te doen omdat je lijf veel energie nodig heeft voor het herstel.

 

Vertrouwd raken met je nieuwe lichaam

De tweede fase wordt al wat lastiger: gewoon wachten op je herstel is niet meer genoeg. Je zal actiever moeten worden en de revalidatie gaat over belastbaarheid, vaardigheid en vertrouwen. Je moet vertrouwd raken met je nieuwe lichaam, of dat gaat om een lijf met een nieuwe meniscus of met je nieuwe prothese. In deze tweede fase is het belangrijk goede doelen te formuleren. Ik probeer dat altijd op te delen in een doel dat een stip op de horizon is (een uur wandelen, de Nijmeegse 4-daagse lopen, een marathon lopen). Met mijn atleten zoek ik in dit geval altijd naar een doel waar je nog een beetje kriebel/pijn in je buik van krijgt. Het kan, maar het is best wel een stoer doel. Daaronder komen dan mooie haalbare tussendoelen, stapjes die meetbaar zijn in het revalidatietraject en gaan zorgen voor fijne succesmomentjes.

 

Belangrijke driehoek

Deze fase kan wel tot een jaar duren en leidt in mijn ervaring tot 90/95% afronding van je revalidatie. In deze fase is er sprake van een spannende driehoek van belastbaarheid-kracht-vaardigheid. Het opvoeren van de belastbaarheid is in deze fase het belangrijkste: langer je prothese aan, meer stappen zetten en minder ‘last’ van ongemakken. Verhoogde belastbaarheid zorgt ervoor dat je kan werken aan meer kracht en een grotere vaardigheid. Die verhoogde kracht en vaardigheid zorgen ervoor dat je meer dingen en nieuwe dingen kan op je nieuwe been. Dat zorgt voor een andere en hogere belasting en vraagt om weer een verhoging van je belastbaarheid.

 

Met vallen en opstaan

In de trainingen van de revalidatie doe je veel oefeningen die je al kunt en waarvan je steeds meer en zwaardere herhalingen kunt. Die verhogen je kracht en je zelfvertrouwen. Daarnaast doe je ook nieuwe oefeningen, die lastig zijn en een nieuwe uitdaging vormen. Je moet voorzichtig zijn met die oefeningen, omdat ze zorgen voor nieuwe belasting op je stomp. Soms ondermijnen ze ook je vertrouwen. Schakel dan ook op tijd terug naar de oefeningen die je al kan en waarmee je lekker kan trainen. Maar ga nieuwe oefeningen ook niet uit de weg, denk aan je stip aan de horizon en bedenk dat vooruitgang met vallen en opstaan gaat. In deze fase denk ik altijd aan een Chinees spreekwoord: ‘wees niet bang om langzaam vooruit te gaan, wees bang om stil te staan’. Ook in deze fase: geduld.

De laatste fase

Dan de laatste fase, de langste fase met de minste vooruitgang. Soms duurt deze fase nog wel een jaar. Een jaar om uiteindelijk je revalidatie 100% af te ronden. Deze fase begint bij ons vaak met de constatering dat we een heel eind zijn opgeschoten in het eerste jaar maar dat die stip aan de horizon toch nog niet helemaal is bereikt. Is dat erg? Nee, zeker niet. Niemand is hoger gaan springen van de lat lager leggen. Een ambitieus doel is een mooie motivatie voor je revalidatie. Ik geloof heilig dat je revalidatie hoger uitkomt door een ambitieus doel. Het is wel belangrijk om ook tevreden te zijn als je doel niet helemaal gaat halen. Kijk aan het einde van je revalidatie wat je allemaal wel kan en waar je vandaan bent gekomen. Wees trots op wat je wel hebt bereikt en niet al te treurig om wat allemaal (nog) niet lukt. In deze laatste fase gaat het revalideren steeds meer lijken op trainen. Een vast ritme, een trainingsschema en een gestaagde vooruitgang. Die vooruitgang lijkt misschien niet meer zo spectaculair als in het begin maar juist in die laatste procenten zit het verschil tussen nog steeds lastig omgaan met je prothese en de prothese helemaal onder controle hebben.

 

Dus haak niet te snel af in je revalidatie, neem de tijd en hou vol. De jaren hebben mij geleerd dat er heel veel kan met je prothese, maar dat je daar wel voor aan het werk moet en dat het tijd vraagt. Gun jezelf die tijd en investering in je eigen levensgeluk.

Mocht je vragen hebben over je eigen revalidatie of training kan je die altijd aan mij stellen.

Train ze!

Guido